Herfstkleuren, een koekoeksklok en verstekelingen aan boord
In september hebben we in Nederland nog genoten van een heerlijk ‘busjesweekend’ van onze Hanomag-Mercedesclub Nomade. Dit keer tussen Leersum en Amerongen. We hadden prachtig weer, en met de meegenomen fietsen hebben we de Utrechtse heuvelrug kunnen verkennen.
Voordat de ‘bus’ weer z’n pyjama aankrijgt voor de winterslaap, wilden we toch weer graag over de grens de mooie herfstkleuren gaan bewonderen in de heuvels en de bergen. Dat was ons vorig jaar ook goed bevallen. We durfden weliswaar niet te verwachten net als toen een paar hele warme zonnige weken te beleven, maar ook met wat minder stralend weer valt er in de herfst veel te genieten.
Deze keer ging de tocht eerst via het Zwarte Woud. We wilden er van profiteren om daar te kijken of we een nieuwe koekoeksklok konden vinden. Van degene die we thuis hebben hangen had na bijna 40 jaar trouwe dienst het koekoeksmechanisme het begeven. Repareren zou duurder worden dan een nieuwe. Om als vervanger een moderne elektrische of elektronische klok aan te schaffen stond me tegen. Er gaat voor mij niets boven een prachtig mechanisch klokkenwerk dat met de techniek van raderen met gewichten de tijd kan aangeven.
Tegenwoordig kun je die klokken ook via internet bestellen, maar het is toch leuker om het houtsnijwerk in het echt te kunnen beoordelen, net als het geluid van de koekoek. De oorsprong van de koekoeksklok ligt in het Zwarte Woud, dat naast die klokken ook veel natuurschoon biedt. Twee vliegen in één klap dus, om daar eerst naar toe te gaan.
Via de Achterhoek hebben we Nederland verlaten, en met een grote boog zijn we door het Duitse Sauerland om het Roergebied heen getrokken. We hebben daarbij op mooie camperplekken kunnen overnachten, bij leuke stadjes. De altstadt Steinau was zeker de moeite waard, met z’n prachtige kasteel, stammend uit de dertiende eeuw. Na het passeren van de Main kom je dan zoetjes aan in het Zwarte Woud. En overal zorgden de herfstkleuren al voor schilderachtige vergezichten.
Triberg is het bekendste stadje van de koekoeksklokken en daarnaast bekend van de hoogste waterval in Duitsland. Zeker voor Nederlandse polderlui de moeite waard om eens te bewonderen. Wij hadden dat al eens eerder gedaan, en hebben ons bezoek aan Triberg nu alleen gebruikt om een mooie koekoeksklok te bemachtigen.
We waren het stadje al ingereden, maar in het drukke toeristische centrum van het stadje was het lastig parkeren met onze camper. Toen we weer naar de entree van het stadje reden, vonden we een mooie parkeerplek, precies naast een klokkenwinkel die uitverkoop hield. De eigenaar had in het drukkere centrum een nieuw pand gevonden, en vanwege de verhuizing was er nu uitverkoop. En zo vonden we een prachtige klok met een leuk voordeeltje.
Vanuit het Zwarte Woud zijn we verder naar het zuiden gereden, en net ten noorden van het Zwitserse Basel zijn we de gemoedelijke Franse Elzas ingetrokken. Bij het plaatsje Ferrette vonden we een uitstekende camperplek voor de nacht. De volgende morgen nog voor ons ontbijt ontdekten we ineens dat we gezelschap gekregen hadden. En dan bedoel ik niet die twee andere campers, die ook daar hadden overnacht, maar gezelschap in onze camper zelf.
Twee prachtige kraaloogjes keken ons van onder het dashboard aan. Jawel, daar zat een schattig bruin veldmuisje. We hadden in het verleden ook wel eens een muisje aan boord gehad, en door de deur open te zetten was die weer snel verdwenen. Nu dus ook maar de voorportieren open gezet. Maar zodra het kleine muisje vanaf de vloermat met z’n pootje op het koude staal van de dorpel kwam, maakte hij weer rechtsomkeerts. Hij was duidelijk niet van plan om de warme camper te verlaten. Achter het dashboard langs kroop hij van links naar rechts, en weer terug, maar naar buiten gaan? Ho maar!
Onder het dashboard is genoeg ruimte om zich te verschansen, en ook de kap rondom het oliebadfilter bood een leuke verstopplek. Die er dus maar afgehaald, en daar bleek het muisje een lekker warm plekje in de steenwol isolatie achter het filter gevonden te hebben. Dus dat er toen maar uitgehaald, maar ja, de muis schoot weer onder het dashboard. Zowel voor de muis als voor ons was het een leuke ochtendgymnastiek zo. Enfin, we hebben de deuren maar open gelaten en zijn toen toch maar gaan ontbijten. En de muis liet zich na de theatershow van die ochtend niet meer zien.
Met flink wat vertraging door de ongeplande ochtendgymnastiek zijn we daarna verder getrokken, en verruilden de Elzas voor het mooie landschap van de Franse Jura, met ook daar weer alles in een prachtige herfsttooi gehuld. Onderweg hebben we toch ook maar even een muizenval gekocht, want het idee dat zo’n lief beestje lekker aan de kabels zou kunnen gaan zitten knagen, leek mij toch wat minder. Voor de overnachting hadden we een camperplek in Les Rousses uitgekozen, vooral bij wintersporters erg geliefd.
Die avond liet Fritz der Maus zich nog even zien, al rennend door de camper. Dus voor de nacht hebben we de val geplaatst. De volgende morgen zagen we dat pientere Fritz lekker het stukje pain au chocolat uit de val had opgegeten, maar zo voorzichtig dat de val niet dicht sloeg. Mis poes, zal hij gedacht hebben.
Vanuit Les Rousses zijn we weer verder getrokken, en hebben de Jura toen verruild voor de Alpen in de Savoie, via Annecy, met het altijd mooie blauwe meer. We zijn tot de Abdij van Tamié aan de voet van de Sambuy gereden. Daar bezochten we een vriend van ons. Bij het verlaten van de camper toch ook maar weer gelijk de val gezet, nu nog iets gevoeliger afgesteld. En jawel hoor, toen we ‘s avonds weer de camper in kwamen, had Fritz zich laten vangen. Helaas was voor hem zijn vakantie toen voorbij.
De volgende dag hebben we de spulletjes gepakt die we voor onze vriend in de Alpen hadden meegenomen. En toen zagen we waarom Fritz der Maus niet eerder de camper wilde verlaten: de zak waarin de meegebrachte stroopwafels zaten, was doorgeknaagd, en ook de verpakking van de stroopwafels had Fritz niet kunnen weerhouden om heerlijk van de Hollandse lekkernij te kunnen snoepen. Gelukkig was er nog genoeg over om onze vriend blij mee te kunnen maken, maar we verbaasden ons wel over de eetlust van die kleine Fritz. Voor de zekerheid heb ik die dag de muizenval toch maar weer opnieuw geplaatst.
En ‘s avonds bleek dat Fritz niet alleen was geweest, want ook zijn kameraadje Franz had toen de val niet meer kunnen ontlopen. Dat verklaarde voor ons wel dat Fritz und Franz samen zo lekker hadden gesmikkeld van de stroopwafels, voor één muisje was dat best wel veel geweest. We hebben zitten gissen hoe lang de muis (en nu dus ook z’n kameraadje) al met ons meetrok, en we vermoedden dat ze zo’n vier dagen aan boord zijn geweest.
Toen we bij het Duitse stadje Steinau stonden, waren die avond op een naastgelegen akker landbouwmachines druk bezig strobalen te maken. De veldmuisjes Fritz und Franz zijn toen vermoedelijk die ramp voor hen ontvlucht, en hebben een lekker warm plekje gevonden bij de motorruimte van onze camper. En toen ze op ontdekkingstocht in de camper die stroopwafels tegen kwamen, werd het natuurlijk een topvakantie voor hen. Maar ja, na ruim vier dagen als verstekeling aan boord, was er nu toch een einde aan hun avontuur gekomen.
In de dagen daarna heb ik nog steeds de val geplaatst, maar die is verder leeg gebleven. Met Fritz und Franz waren dus niet nog meer vriendjes meegereisd.
Na ons bezoek in de Alpen zijn we weer aan de terugreis begonnen, nu door een ander deel van de Jura, o.a. door de prachtige Gorges de la Languette. Bij la Rixouse hebben we nog heerlijk in het zonnetje met uitzicht op een hoge waterval zitten picknicken.
De tocht ging verder via het oostelijk deel van de Vogezen, en toen we bij Epernay kwamen moesten we omrijden. Protesterende boeren hadden de snelweg geblokkeerd, waardoor de wegen in de stad ook verstopt raakten. Maar och, wij hoefden nergens op tijd te zijn, dus wat omrijden was geen bezwaar. Natuurlijk zijn we ook weer via Luxemburg gereisd, en hebben vanzelfsprekend ook daar geprofiteerd van de lage dieselprijzen. Na de prachtige Ardennen hebben we de laatste nacht nog in België doorgebracht, bij het Maascentrum de Wissen. We hebben daar nog lekker kunnen wandelen in het mooie Rivierpark de Maasvallei, met de bijzondere Oude Maasmeanders. En in Dilsen vanzelfsprekend ook nog even van die smakelijke echte Vlaamse frieten gesnoept.
Op onze laatste vakantiedag zijn we nog in het Brabantse Haaren bij onze bekende clubleden Ruud en Sonja op de koffie geweest. We waren benieuwd naar het verhaal hoe het Ruud deze zomer met zijn huifkartocht met ezel Bella was vergaan. Heel leuk om te horen hoe hij eigenlijk de oorsprong van het camperreizen nog in stand houdt. Met één ‘ek’ in plaats van 60 ‘pk’ door het land trekken heeft ook wel wat.
Aan het eind van de dag kwamen we weer thuis. We ervaren het steeds weer als een voorrecht dat we zo lekker hebben kunnen genieten met onze fantastische ‘bus’, waarmee we deze herfstvakantie weer zo’n 2800 km probleemloos hebben mogen rondreizen.
Meer reisverhalen lezen? Klik hier
Geef een reactie